Verslag 14 – Inpakken en Afzakken - Reisverslag uit Exmouth, Australië van Rosa Zanden - WaarBenJij.nu Verslag 14 – Inpakken en Afzakken - Reisverslag uit Exmouth, Australië van Rosa Zanden - WaarBenJij.nu

Verslag 14 – Inpakken en Afzakken

Door: Rosa en Koen

Blijf op de hoogte en volg Rosa

17 Juni 2009 | Australië, Exmouth

Het is zondagmorgen, tien over acht. De zon staat nog laag aan de hemel maar is het al aardig warm in de auto. Koen zit naast me, zijn ogen op de weg, zijn blote bast glimmend onder de autogordel. Het eentonige landschap schiet aan ons voorbij terwijl wij vol verwachting naar Broome rijden. Eigenlijk rijden we altijd met veel plezier naar grotere steden, want hoe veel we ook genieten van alle prachtige natuur in Australië's nationale parken, een stad brengt luxes die we erg kunnen waarderen, zoals vers groente, fruit, vlees en de moderne gemakken van internet en mobiel telefoonbereik. Broome trekt ons echter nog meer dan de rest van de uit de kluiten gewassen dorpen die we tot nu toe hebben gepasseerd. Ten eerste ligt Broome aan zee en bezit zij, volgens de Lonely Planet, over één van de mooiste stranden van Australië, Daarnaast heeft het stadje met 14.000 inwoners een rijke parelvis geschiedenis, waarvan de sporen nog steeds zichtbaar zouden moeten zijn in het stadscentrum. Verder liggen er twee grote supermarkten binnen haar stadsgrenzen en een internetcafé met draadloos internet. Kortom, Broome is precies wat we nodig hebben na 3 weken outback.

Net na negenen rijden we het plaatsje binnen. We bezoeken eerst het visitors centre, waar we wat praktische informatie verzamelen, zoals een routebeschrijving naar de Woolworths. Vervolgens rijden we naar de supermarkt en doen daar wat broodnodige boodschappen. Ook trakteren we onszelf op een ontbijtje, wat een waar genot is na een week havermoutpap. Na een uurtje internetten en telefoneren met het thuisfront is het tijd om het wereldberoemde Cable Beach te bezoeken. We stappen in onze volgetankte Charlie en twintig minuutjes later liggen we met onze handdoekjes op het witte zand. Het aquamarijn blauwe water lonkt en Koen en ik racen elkaar naar de waterkant, om daar tot de jammerlijke ontdekking te komen dat de oceaan hier bij lange na niet zo warm is als in Zuid-Oost Azië. We houden het dus maar bij een snelle dompel en warmen onze koude billen op in de stralen van de dalende zon. Aangezien we besloten hebben geen onnodig geld uit te geven aan een duur caravanpark en een (illegale) slaapplaats te zoeken net buiten de stad, wachten we de zonsondergang niet af. Iets voor vijven rijden we Broome weer uit, en, op een van de zijpaadjes van een zijweg, vinden we een acceptabele kampeerplek. We camoufleren de auto, pakken uit en maken een snelle maar smakelijke pan nasi. De restjes gaan in een bakje voor de volgende dag, de afwas wordt opzij gezet, en iets na achten vluchten we voor de kille avond en kruipen onder de wol.

De volgende dag maken we wederom gebruik van hetgeen Broome ons te bieden heeft. We doen onze was bij de plaatselijke laundromat, zoeken wat misende onderdelen bij Kimberley Camp Store en maken een half uurtje gebruik van gratis internet in de openbare bibliotheek. Ook halen we de inschrijfpapieren van Charlie op, welke voor ons klaarliggen bij het postkantoor. Na twee koude biertjes te hebben gekocht bij Liquor Land maken we het ons gemakkelijk op Town Beach. Dit kleine, aan een woonwijk grenzende stand is zeker niet zo mooi als Cable Beach, maar we zijn hier dan ook niet voor de zee en het strand. Vanavond is hier namelijk de Staircase to the Moon te zien, een verschijnsel waarbij de volle opkomende maan reflecteert op he droogstaande strand, wat de optische illusie wekt van een gouden trap naar de maan. Het is een fenomeen dat alleen maar tijdens extreem laag tij voorkomt, wat slechts plaatsvindt tussen mei en november. Dankzij de zeldzaamheid van de trap naar de maan wordt er een waar evenement van gemaakt, inclusief avondmarkt. Terwijl wij nog even genieten van de laatste uurtjes zon, stroomt het strand en aangrenzende park langzaam vol met locals en hun strandstoelen en koelboxen. Net na zonsondergang staat ook de nabije landtong vol mensen, en wij besluiten onze handdoeken als territoriumafbakening te laten liggen terwijl we een bak sla en het restje nasi halen voor het avondeten. Wanneer we ons weer neer hebben gevleid op het strand worden we op onze schouder getikt. Het blijkt Luka te zijn, één van de Italianen die we voor het eerst met kapotte auto bij de Trephina Gorge en vervolgens in Katherine tegen zijn gekomen. Het hele reisgezelschap neemt naast ons in het zand plaats en wederom verbazen we ons over de vreemde streken van het lot. Rond een uur of zes gebeurd het dan eindelijk; er verschijnt een rode gloed aan de horizon en langzaam baant een gigantische ronde maan zich een weg omhoog. Het is een indrukwekkend gezicht en ondanks de hordes enthousiast rondrennende mensen, weet ik ook nog wat mooie plaatsjes te schieten. Wanneer de maan hoog aan de hemel staat lopen we nog een rondje over de avondmarkt en rijden vervolgens naar dezelfde slaapplaats als de avond ervoor.

In twee dagen heeft Broome ons alles gegeven wat we nodig hebben, zoals onze post, contact met familie en vrienden en een aangevulde voedselvoorraad. Toch besluiten we dat we nog geen genoeg hebben van het pittoreske strandplaatje. De volgende ochtend bezoeken we daarom wederom Cable Beach. Na een mooi strandwandeling zoeken we een plekje op het zand en maken een paar uurtjes vol met zonnen, lezen en in het water spelen. Daarna bakken we wat tosti's op het mooie Gantheaume Point en rijden vervolgens weer de stad in. Daar doen we nog wat boodschappen in het ene winkelcentrum en halen onze foto's op bij het andere. Na deze laatste praktische handelingen besluiten we even echt de toerist uit te hangen. Eerst rijden we terug naar Cable Beach om daar de zon onder te zien gaan en vervolgens brengen we een bezoekje aan Sun Pictures. Deze buitenbioscoop bestaat al sinds 1916 en is sinds dien weinig veranderd. We nemen plaats in de canvas strandstoelen terwijl er een Boeing over onze hoofden vliegt en kijken een enigszins deprimerende maar helaas realistische film over twee jonge Aboriginals (“Samson & Delilah”). Na de film rijden we wederom naar dezelfde illegale kampeerplek en na een snelle maaltijd van sla met gegrilde kip duiken we ons bedje in.

Woensdagochtend zeggen we Broome dan echt vaarwel. We rijden, op een snelle lunchpauze na, in een ruk door naar Cape Keraudren, een natuurreservaat zo'n 450 kilometer onder Broome. We schrikken een beetje wanneer blijkt dat we de kleurrijke parkwachter zowel $10 entree als $7,50 voor het kamperen moeten betalen, maar wanneer we onze slaapplaats zien blijkt het geld goed besteedt. We zetten Charlie neer aan de rand van een fluorescerend blauwe kreek waar we volgens de ranger erg goed in kunnen vissen (tot frustratie van Koen, die, ondanks grote visaspiraties, toch nog geen hengel heeft gekocht) en wanneer we 100 meter lopen ligt er een honderd kilometer lang strand voor ons klaar. De plek bevalt zo goed dat we al snel besluiten nog een extra dag te blijven, welke we volmaken met verschillende maritieme activiteiten, zoals aasvissen met een klamboe verzwaard met stenen en hengelen met een boomstam en bijelkaargescharreld visgerei. 'S avonds eten we helaas geen verse snapper maar sla met een blikje tonijn, en wanneer onze dierbare rust wordt verstoord door maarliefst 3 duo's kampeerders besluiten we de volgende dag weer te vertrekken. De regen die nacht bevestigd ons besluit, en als er nog enige twijfel bestond wordt deze wel weggevaagd door de hordes onweersvliegjes de volgende dag. Om een uur of negen zijn onze biezen gepakt, en na nog even in een van de rotspoelen elders in het reservaat te hebben gebadderd rijden we naar Port Hedland, 150 kilometer verder zuidwaarts. Porth Hedland is met haar 15.000 inwoners een fractie groter dan Broome, maar geenzins zo bekend. Dit is vooral te wijten aan het feit dat het een echte onaantrekkelijke industriestad is. Op dertig kilometer afstand zijn de schoorstenen al aan de horizon te zien, en lang voordat we het stadscentrum hebben bereikt rijden we door een druk industriegebied. Een enorme witte hoop zout markeert de zoutvlaktes aan onze rechterhand en links indiceert een kilometerlange goederentrein een belangrijke distributieroute. Wij zijn echter niet in Port Hedland om deel te nemen aan één van de ijzerertstoeren (ja, die hebben ze hier echt) maar om te tanken, boodschappen te doen en onze e-mail te checken. Na dit alles gedaan te hebben rijden we naar South Hedland, waar Koen bij de K-Mart eindelijk zijn gewenste hengel vindt. Hij is zo blij als een kind met zijn nieuwe aanwinst en vrolijk rijden we naar een rest area 150 kilometer verder waar we de nacht doorbrengen.

Zaterdag rijden we richting het (volgens de Lonely Planet) aantrekkelijke strandplaatsje Point Samson. Hier willen we nog wat uurtjes aan zee doorbrengen voordat we het Millstream-Chirchester National Park bezoeken, maar helaas wordt ons bij het Roebourne visitors centre verteld dat de weg naar dit natuurpark onbegaanbaar is gemaakt door wateroverlast. Aangezien we nou toch al om zijn gereden besluiten we er maar het beste van te maken. Eerst gaat Koen een paar uur vissen bij John's Creek (helaas zonder eetbaar resultaat), terwijl ik een verhaaltje schrijf op ons laptopje, en voordat we weer terug naar het noorden rijden bezoeken we nog even het mooie Honeymoon Cove voor een half uurtje zon en zee. Net voor het donker komen we aan op Peawah rest area, zo'n 100 kilometer terug langs de Great Northern Highway, waar we een koude en winderige nacht doorbrengen. Wanneer we de volgende morgen nog 50 kilometer verder rijden is daar de afslag naar Karijini National Park. Dit beschermde gebied in het binnenland van Western Australia schijnt een waar juweeltje te zijn, met indrukwekkende vergezichten, majestueuze gorges en serene swimming holes. Kortom, een plek waar we wel een paar honderd kilometer voor om willen rijden.

De schoonheid van Karijini wordt ver van te voren aangekondigd door het landschap waar de Karijini Drive ons doorheen leidt. Naarmate we verder van de kust afrijden maakt het platte dorre grasland langzaam plaats voor glooiende, rooddooraderde heuvels, bedekt met goudgele steppe en groene boompjes. De heuvels liggen echter ver uit elkaar, en de tweebaansweg die door het weidse landschap kronkelt lijkt tot in de oneindigheid door te lopen. Rond een uur of twee passeren we de parkgrens, waar we wederom onze portemonnee moeten trekken voor de park- en camping fees. Nadat we ons hebben gewapend tegen de siberische wind die over de camping raast pakken we Charlie uit en eten een verlaatte lunch. Vervolgens maken we een mooie wandeling langs Dales Gorges, terwijl het lage licht de witte eucalyptusbomen fel doet afsteken tegen de rode aarde. De temperatuur zakt 's avonds tot onder de 10 graden en aangezien het tien dagen geleden tussen de middag nog te heet was om een stap te verzetten, hebben onze lichamen een beetje moeite met acclimatiseren. In 4 lagen kleding heb ik het nog steeds koud en na het eten vluchten we direct de auto in. Binnen is het helaas niet veel beter, en dankzij de kou, in combinatie met de massa's kriebelende beestenbulten (muggen, sand flies, midges?) die ik aan Cape Keraudren heb over gehouden, kom ik die nacht niet aan het aantal dagelijkse aanbevolen slaapuren.

De volgende ochtend is het nog steeds bar koud, dus besluiten we onszelf warm te maken met wat lichaamsbeweging. Na een lekker ontbijtje en een extra kop hete thee parkeren we Charlie op de parkeerplaats en dalen af in Dales Gorge. Deze gorge, net als de andere in Karijini National Park, is erg bijzonder omdat ze als het ware ondergronds lopen. Kreken die overal in Australië door de outback lopen hebben hier op bepaalde plekken tot wel honderd meter diepe kloven in de eroderende grond gesleten, waardoor een ogenschijnlijk plat landschap op verschillende plekken opeens open splijt. In de kloven loopt meestal water, wat in Dales Gorge samenkomt in de Forteseque Falls en Fern Pool. Beiden zijn erg mooi en helder, omringt door allerlei groen. Het water in de Fern Pool blijkt, ondanks de kou, zelfs een zeer prettige temperatuur te hebben, en ik besluit om een duik te nemen. Koen volgt schorvoetend en tien minuten later staan we weer bibberend op de kant. Na Dales Gorge nemen we een kijkje bij de Knox en Joffre Falls Lookout, waarna we naar de Weano Gorge rijden. Daar eten we wat instant noodles en maken vervolgens een mooie wandeling door de liefelijke gorge. We sluiten ons Karijini avondtuur af met een bezoek aan de indrukwekkende Oxer Lookout, waarvandaan we neerkijken in de 100 meter diepe Hancock Gorge, welke door de jaren heen de levens van meerdere wandelaars heeft opgeëist. Van het nationale park rijden we een kleine honderd kilometer naar Tom Price, waar we een illegale slaapplek vinden net buiten de stad. Koen gooit in het laatste licht nog een emmer water over mijn door en door stoffige haar (de meeste wegen in Karijini waren onverhard, wat ons helaas ook een lekke band heeft opgeleverd) en wanneer de maaltijd van gele curry ons niet weet op te warmen duiken we wederom vroeg de auto in om de foto's van de dag uit te zoeken.

De volgende morgen rijden we bijtijds terug naar Tom Price, waar we opzoek gaan naar een betaalbare bandenspecialist (zonder resultaat), onze watervoorraad bijvullen en wat boodschappen doen. Vervolgens rijden we richting Exmouth, de gateway naar het wereldberoemde Ningaloo Marine Park. De weg loopt wederom door een prachtig landschap en tot twee keer toe kijken we onze ogen uit wanneer we in de berm enorme wedged tail eagles zich tegoed zien doen aan aangerende kangoeroes. Aangezien het meer dan 600 kilometer is van Tom Price naar Exmouth besluiten we een nachtelijke tussenstop te maken, en even na vieren vinden we een mooie rest area langs de (droogstaande) Yanimarie River. Het is nog licht, dus nadat we hebben uitgepakt schrijf ik nog wat ansichtkaartjes terwijl Koen het remvloeistof lek onderzoekt dat we ergens hebben opgelopen (het lijkt alsof Charlie vindt dat de wittebroodsweken om zijn en het tijd wordt voor wat kuren).Wanneer de avond valt maken we een vuurtje, welke niet alleen goed dienst doet als verwarming, maar ook nog eens ons restje curry opwarmt. We komen de kille avond aardig door met wat spelletjes kaarten en rond half tien sluiten we tevreden onze oogjes.

De volgende ochtend doen we het rustig aan, en rond half tien, na een heerlijk geïmproviseerd Engels ontbijt naar binnen te hebben gewerkt, gaan we op weg naar Exmouth. Hier zullen we een monteur moeten opzoeken vanwege Charlie's kwaaltjes. Daarnaast zal dit medium sized stadje ons ook weer toegang verschaffen tot de digitale snelweg. Als we klaar zijn in Exmouth rijden we door naar Cape Range National Park, waarvanuit we het Ningaloo Marine Park kunnen ontdekken. Dit park staat, naast haar prachtige kleurrijke rif, bekend om haar walvishaaien, manta roggen en bultrug walvissen, dus hopelijk zullen we in ons volgende verslag op kunnen scheppen over onze bijzondere ontmoetingen met deze gentle giants.

Tot die tijd, take care, we denken aan jullie, en heel veel liefs,

Koen & Rosa

  • 17 Juni 2009 - 06:46

    Pim & Akke:

    Super Gorges, wens charlie beterschap! Walvishaai, bultrug,manta rog, klinkt goed. We zijn benieuwd.

  • 17 Juni 2009 - 07:59

    Erna:

    was weer een geweldig verhaal geniet nog maar verder want jullie tijd gaat nu wel erg snel om voor je het weet zijn jullie weer terug bij ons liefs erna en theo

  • 17 Juni 2009 - 21:21

    Maartje:

    Prachtig! Ik zeg het nog maar eens: heerlijk wat jullie allemaal zien en meemaken! En Roos, je schrijft erg leuk!
    Ben heel benieuwd naar de Ningaloo update, you know I have a special interest in that kinda stuff.
    En veel plezier met je nieuwe hengel, Koen! Verblijd je vrouwke maar eens met een dikke vette vis! :) bisous

  • 18 Juni 2009 - 11:38

    Jpcposthuma"hotmail.:

    centjes zijn eindelijk onderweg,gegroet en geknuft van je opa vrind ook aan Charley. en+++± wat een heerlijke reisverslagen . ik beleef alles mee zowat en geniet met volle teugen. Proost op jullie en...op deze nooit meer afneembare ervaringen± de wereld is zo boeiend lief en ruig, laten we ons er voor verantwoerdelijk voor weten en daar naar handelen. Envooral, laat warmte, aandacht en altruisme en dus liefde een bewuste keus worden. En onthouden wat de kindjes steeds ons voor houden, wat je zegt benjezelluf en zo is het ..... en ik zie ik zie wat,jij niet ziet en dat is ook al zo waar... zo zien-voelen en handelen we aaaalllemaal anders, en wat is dat toch mooi, niet soms=

  • 21 Juni 2009 - 07:34

    Tante Be:

    Lieve globetrotters, check ff je gewone hotmail voor m'n reactie op jullie op 14/7 gestelde vraagje. Hoestnu met Charlie? Beterschap!Ciao 4 now! Tante Be

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Rosa

Actief sinds 21 Dec. 2006
Verslag gelezen: 649
Totaal aantal bezoekers 42467

Voorgaande reizen:

28 Augustus 2010 - 24 December 2010

Mijn Stage in Genève

01 Februari 2010 - 19 Juni 2010

Studeren in Zweden

02 Maart 2009 - 22 Augustus 2009

Zuid Oost Azie en Oceanie met Koen

12 Februari 2008 - 30 April 2008

Onderzoek Egypte

20 Januari 2007 - 20 Juli 2007

Studie Zuid Afrika

Landen bezocht: